Hoe wordt vlieghinder ervaren

Veel mensen in een met vliegtuigherrie belaste omgeving vinden dat de hinder wel meevalt en dat er toch niets aan te doen is. Praat men erover, dan is ergernis niet uitgesloten. “Massaal vliegverkeer is immers van groot economisch belang. We gaan toch allemaal met het vliegtuig op vakantie”. Zij die klagen, worden dan afgedaan als overgevoelige types of milieufreaks. Anderen hebben twijfel. Het vele geluid was er immers vroeger niet; de situatie is niet normaal.

OZV tracht vlieghinder diepgang te geven door voorlichting te geven over invloeden, die men ervan niet direct onderkent.  Is er  overgevoeligheid voor geluid, waarbij alles harder en irritanter gehoord wordt? Zou men er slechter van kunnen slapen, waarbij het nachtelijk vliegverkeer nog vaker wakker maakt? Kan er stress of depressiviteit ontstaan, gelet op ervaringen dat frequent aanzwellend en wegebbend geluid extra op de zenuwen werkt? Zou er nog méér aan de hand kunnen zijn? Kan vlieghinder voor iedereen nadelig zijn met betrekking tot stress en concentratieverlies? Liggen er voor groepen mensen met bepaalde ziekten of gebreken extra gezondheidsrisico’s op de loer? Is er invloed van de vele slecht verbrande resten van vliegtuigbrandstof in onze lucht?

Het is de bedoeling om in korte hoofdstukken informatie te geven, ondersteund door uitkomsten van betrouwbaar wetenschappelijk onderzoek. Over wat echt bewezen is. Onderwerpen op de stocklist kunnen zoal zijn: Vlieghinder en slaap, Vlieghinder en bloeddruk/hart- en vaatziekten, Vlieghinder en luchtwegen, Vlieghinder en kanker,Vlieghinder en psychische conditie, Vlieghinder en concentratie, Vlieghinder  en leerprestaties, Vlieghinder en  kans op lange gezonde  levensduur.

Deze pagina wordt stap voor stap gevuld. Het kost veel tijd en inspanning om onderzoeksrapporten te pakken te krijgen, te bestuderen en door deskundigen te laten beoordelen op relevantie en betrouwbaarheid.

 

Hoofdstuk 1

Een beknopt overzicht van de wetenschappelijke literatuur over vlieghinder en slaap.
Dr.W.Dechering, dr. W. Van den Berg en dr. M.A.Huisman
Oegstgeest (7 september 2014)

Inleiding:
OZV is van mening dat wetenschappelijke literatuur over vlieghinder niet alleen bestemd is voor een select gezelschap van geschoolde lezers, maar dat deze literatuur ook toegankelijk moet zijn voor een breder publiek. U zult daarom op onze website met een zekere regelmaat steeds een nieuwe serie van vereenvoudigde, maar wetenschappelijk verantwoorde, samenvattingen van deze literatuur aantreffen. Deze serie zal met name aan twee grote thema’s m.b.t. vliegtuigoverlast aandacht besteden: geluidsoverlast en fijn stof.

Omwille van het historisch perspectief zullen soms ook enkele artikelen uit de beginjaren van de bewustwording van vliegtuigoverlast worden besproken, maar in recentere studies is de opzet van het onderzoek vaak beter dan in het verleden het geval was. Door deze betere onderbouwing zijn deze studies, naar onze mening, ook meer betrouwbaar. Eveneens zullen de ontwikkelingen met betrekking tot deze thema’s gevolgd worden.

Als eerste – nu nog korte overzicht- in deze serie is gekozen voor: vlieghinder en slaap.

Het effect van slaaptekort op de gezondheid

De belangrijkste effecten van slaaptekort zijn lichamelijk (slapeloosheid, vermoeidheid, verhoogde bloeddruk), vermindering van cognitieve vaardigheden (verslechtering van prestatievermogen, verslapping van aandacht en motivatie, vermindering van mentale concentratie en intellectuele capaciteit en toename van de mogelijkheid op ongevallen gedurende het werk en deelname aan het verkeer) en geestelijke gezondheidsproblemen. Onvoldoende rust vermindert het denkvermogen, het vermogen om te gaan met stress, om een gezonde weerstand te handhaven en om emoties aan te kunnen. Voortdurend een volledig slaaptekort is fataal gebleken bij experimenteel onderzoek met dieren. De dag na een nacht met abnormale of slechte slaap, wat de oorzaak ook moge zijn, is meestal een verstoorde dag. Mensen kunnen op het werk in slaap vallen of tijdens het rijden; vermoeid zijn; vermindering van concentratie en waakzaamheid ervaren, geheugenverlies hebben, lichtgeraakt en gefrustreerd zijn en lopen een hoger risico op ongelukken of verwonding.”
Health effects of not sleeping” (WHO, 1998)((1)

In 2008 is een literatuuroverzicht van Kaltenbach (2) verschenen over ziekten, ergernis (annoyance) en leerproblemen als gevolg van lawaai. Kaltenbach probeert op basis van feiten te komen tot advies van een norm voor een acceptabel geluidsniveau in relatie tot gezondheid in grote bevolkingsgroepen en stelt op basis van zijn bevindingen uit de literatuur vast dat een geluidsbelasting van meer dan 60 dB overdag en 50 dB ‘s nachts geassocieerd wordt met verhoogde bloeddruk. Kaltenbach stelt eveneens dat geluidsbelasting kwetsbare groepen, zoals kinderen, ouderen en chronisch zieken meer beïnvloedt dan gezonde personen. Het wordt aangenomen dat bij niveaus van meer dan 55dB overdag leidt tot ergernis bij 25% van de mensen en dat dit wordt geassocieerd met leerproblemen bij kinderen. Op medische criteria worden daarom maximum waarden van 55dB overdag en 45 dB ‘s nachts aanbevolen. Dit betekent 5 tot 10 dB minder dan de waarden die de Duitse overheid momenteel hanteert.

In 2011 en 2013 komen twee studies uit die vooral de relatie tussen lawaai (soort bron en mate) in respectievelijk  een laboratoriumsituatie en een experimentele thuissituatie onderzoeken. In het laboratorium worden bronnen als trein en wegverkeer naast vliegtuiglawaai gesimuleerd. In de lab studie van Basner (3), in 2011, worden 72 gezonde personen gedurende 11 nachten aan lawaai uit de 3 bronnen blootgesteld. Ook hier wordt weer het verband genoemd met geluid en nachtelijke verstoringen (die hebben het grootste negatieve effect). Conclusie: elke vorm van lawaai beïnvloedt slaap in zowel objectieve zin (bv. slaapritmes) als subjectieve zin (bv. problemen met inslapen). Maar vooral in subjectieve zin wordt vliegtuiglawaai als het meest hinderlijk ervaren. Dit bleek al aantoonbaar bij 42 dB.
Een groot nadeel is dat in een laboratorium studie als deze geen rekening wordt gehouden met andere leefomgeving en factoren, zoals ook door de auteurs wordt aangegeven. Omdat iedere persoon ook controletesten ondergaat is de gevonden uitkomst wel analytisch correct.

In de studie van Schmidt (4) wordt vooral de nachtrust onderzocht in de thuis situatie van mensen. 75 vrijwilligers, gemiddelde leeftijd 26 jaar, worden in willekeurig gekozen volgorde, aan lawaai blootgesteld. Dit is nagebootst vliegtuiglawaai. Het gehalte van het stress hormoon cortisol wordt tijdens de meting (in de ochtend) niet verhoogd gevonden, maar het adrenaline (angsthormoon) is significant verhoogd tijdens de 30 en 60 dB-meting, op het moment zelf, ten opzichte van de controle situatie. Deze studie toont aan dat langdurige blootstelling leidt tot bloeddrukverhoging en verhoogd risico op hartinfarct.

Samenvattend:
Nachtelijke verstoringen hebben een aantoonbaar negatief effect op de gezondheid.
Aantasting van gezondheid, zoals bloeddrukverhoging met risico op hartinfarct, dreigt met name door de verandering van het slaappatroon en de beleving van angst door lawaaiblootstelling tijdens de slaap.

Opmerkingen:
Gegevens van klachten die bij BAS worden ingediend zijn niet openbaar. Dit is spijtig want basisgegevens van personen die klagen, dwz. leeftijd, sekse, postcode, plaats en tijd zouden zeer waardevol materiaal opleveren dat te koppelen valt met gegevens van vliegtuiglawaai en luchtverontreiniging.

Geraadpleegde literatuur                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                            1. http://www.euro.who.int/__data/assets/pdf_file/0008/114101/E84683.pdf
2. Kaltenbach M, Maschke C, Klinke R. Health Consequences of Aircraft Noise 2008 Dtsch Arztebl Int. 2008 Aug;105(31-32):548-56
3. Basner M, Müller U, Elmenhorst EM. Single and combined effects of air, road, and rail traffic noise on sleep and recuperation. Sleep. 2011 Jan 1;34(1):11-23
4. Schmidt FP, Basner M, Kröger G, Weck S, Schnorbus B, Muttray A, Sariyar M, Binder H, Gori T, Warnholtz A, Münzel T. Effect of nighttime aircraft noise exposure on endothelial function and stress hormone release in healthy adults. Eur Heart J. 2013 Dec;34(45):3508-14a.

Hoofdstuk 2

Ultrafijnstof en Gezondheid:
Model voorspelt een mogelijke verhoging van het sterftecijfer met 3% in de blootgestelde bevolkingspopulatie
Dr.W.Dechering, dr. W. Van den Berg en dr. M.A.Huisman
Oegstgeest (3 september 2015)

Fijnstof is een verzamelnaam voor allerlei kleine deeltjes die zich in de lucht bevinden. De oorsprong van fijnstof in de lucht is veelzijdig. Een belangrijk deel heeft een natuurlijke oorsprong: stof van planten, dieren, bodemmateriaal en deeltjes vanuit zeewater(zeezout). Veel fijnstof is het gevolg van verbrandingsprocessen toegepast bij: energiecentrales, Industrieën, autoverkeer, luchtvaart en scheepvaart. Omdat vliegverkeer ook substantieel bijdraagt aan de vorming van (ultra)fijnstof heeft dit onze aandacht in het kader van overlast voor de omwonenden.
De chemische samenstelling van fijnstof is complex. Veelal spelen roetdeeltjes hierbij een hoofdrol in combinatie met een veelheid aan andere stoffen. Er wordt een klassenverdeling gehanteerd die is gebaseerd op grootte, waarbij de volgende notering gebruikt wordt: PM 10, PM 2,5. De PM notatie staat voor “Particulate Measure” en dit wordt uitgedrukt in micrometer (µm), de bovengrens van de deeltjesgrootte. Voor ultrafijnstof liggen de afmetingen in het nanometer gebied (kleiner dan 0.1 µm).
Hoewel het al lang bekend is dat stofdeeltjes een bedreiging vormen voor onze gezondheid, is pas de laatste decennia de aandacht gericht op fijnstof en weer later op ultrafijnstof. Klassieke voorbeelden van gezondheidsschade door fijnstof zijn: stoflongen (zoals bij mijnwerkers en bakkers), longtumoren als gevolg van asbestdeeltjes, astma, bronchitis en COPD.
Onderzoek naar ultrafijnstof is nog niet algemeen. Zowel experimenteel onderzoek als ook epidemiologisch onderzoek is nog zeer beperkt en een uitspraak over de mate van schadelijke effecten van ultrafijnstof is dan ook nog niet te geven. Wel is het bekend dat ultrafijnstof via de longen verder het lichaam binnendringt en dat het ook in andere organen dan de longen terecht komt. Als gevolg hiervan is ook de verblijftijd in ons lichaam langer, met mogelijk meer schadelijke werkingen (longziekten, hart en vaatziekten )

Normen voor ultrafijnstof in de lucht zijn nog niet vastgelegd. Gestandaardiseerde metingen via netwerken vinden nog maar beperkt plaats. Het is redelijk aan te nemen dat de negatieve effecten van ultrafijnstof op onze gezondheid nog ernstiger zijn dan die van fijnstof, gezien de verdeling in het lichaam. Belangrijk bij komend nader onderzoek van bevolkingspopulaties zijn de tijdsduur van blootstelling en de concentratie van de deeltjes in het lichaam. De ernstigste effecten zijn te verwachten in gebieden met veel industriële activiteit en verkeer: autosnelwegen, luchthavens en stadsregio’s: dus onze leefomgeving.
Omdat de bijdrage van fijnstof uit allerlei sectoren komt, wordt de verantwoordelijkheid ten aanzien van de reductie hiervan nogal eens doorgeschoven. Het is echter duidelijk dat de luchtvaartsector voor haar bijdrage aangesproken moet worden.

Door TNO en het IRAS werd in samenwerking met DCMR en GGD Amsterdam recent een onderzoek naar ultrafijnstof gedaan. In een gebied rond schiphol werden metingen gedaan van ultrafijnstof waarbij een relatie aangetoond werd tussen de intensiteit van vliegverkeer en de ultrafijnstofconcentraties in Amstelveen en wijken van Amsterdam. Op grond van een model, zoals al in gebruik voor de effecten van fijnstof, zou de hier gemeten 2-5 voudige toename van ultrafijnstof kunnen leiden tot een extra sterfte in de blootgestelde bevolkingsgroep van 3 %. Deze cijfers tonen de ernst van de situatie aan. Omdat dit een schatting is op basis van een model, is het van belang met behulp van epidemiologisch onderzoek de feitelijke bijdrage aan sterfte ten gevolge van fijnstof vast te stellen.
Om een en ander uitgebreid te kunnen nalezen vindt u hieronder referenties van deze rapporten en ander wetenschappelijk onderzoek op het gebied van fijnstof en ultrafijnstof.

Publicaties betreffende (ultra) fijnstof.

* Herkomst fijnstof en het fijnere deel van fijnstof, CBS, PBL , Wageningen UR ( 2013). www.compendiumvoordeleefomgeving.nl
* Wikipedia: fijnstof
* Fijnstof nader bekeken, rapport van het Planbureau voor de leefomgeving
( rapport nr. 500037008, 8-9-2005 )
Autheurs: Buijsman E, Beck JP, Bree L van,Cassee FR, Koelemeijer RBA, Matthijssen J, Thomas R, Wieringa http://www.pbl.nl/sites/default/files/cms/publicaties/500037008.pdf
* Ultrafijnstof en gezondheid, publicatie. RIVM, ( 14-11-2013)
www.rivm.nl/documenten en publicaties ….. ultrafijnstof en gezondheid
* M Keuken, M Moerman1), P Zandveld1), B Henzing1), B Brunnekreef2) , G hoek2) : Ultrafijnstof rondom Schiphol in: KNAW Narcis (2014), Lucht in onderzoek, gezamenlijk rapport van TNO1) en IRAS 2)
* http://milieudefensie.nl/luchtvaart : factsheet: Ultrafijnstof door schiphol – Een analyse van de gezondheidsimpacts voor omwonenden.
* Ultrafijnstof Schiphol waarschijnlijk risico voor Amsterdammers
www.nu.nl/binnenland/3951327 (rapport 12-12-2014)
* C.A.Pope, Epidemiology of fine particulate air pollution and human health: biologic mechanisms and who’s at risk?
Environ. Health Perspect. 2000 Aug ,108(suppl. 4), 713-723. (research article)
* Masiol M, Harrison RM, 2014 , Aircraft engine exhaust emissions and other airport-related contributions to ambient air pollution: A review , Atmospheric Environement 95 , 409-455,
* Europese Commissie (DG Environment 2015)
* www.healtheffects.org
Afkortingen: TNO: Nederlandse organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek. , IRAS: Institute for Risk Assessment Science ( Unviversiteit Utrecht),
DCMR: Milieudienst Rijnmond, GGD: Gemeentelijke Gezondheids Dienst.

 

.